Lente in het Speulderbos
Enige weken geleden was het toch weer eens tijd om erop uit te trekken met de camera. De Corona-crisis had gezorgd voor een compleet lege workshop- en reizenagenda en gaf daardoor weer ruimte voor andere activiteiten en plannen.
Nu de natuur langzaam weer ontwaakte uit de winterslaap en de bomen langzaam weer hun bladerdek begonnen te vormen, was een bezoek aan één van de mooiste Nederlandse bossen een goede optie om eens te ontsnappen aan de dagelijkse stortvloed van corona-berichten en een dagje alleen het bos in te gaan.
Het was even wachten op een goede dag met bewolking en wat lichte regen. Dat was, net als nu, vrij lastig want ook de maand april blonk uit in droogte en zonneschijn. Maar geduld wordt ook in het doorgaans regenachtige Nederland beloond en uiteindelijk waren de weersvoorspellingen zodanig dat de gewenste omstandigheden zich voordeden.
Bepakt en bezakt over de lege fileloze wegen kwam ik aan in een evenzo leeg bos. Het voordeel van wat gemiezer is dat de meeste mensen ook thuis blijven en ik het bos voor mij alleen had. Dat kan in het Speulderbos ook wel eens anders zijn al is het meestal na een paar honderd meter wandelen alweer rustig.
Vanaf de parkeerplaats nam ik het eerste bospad en liep naar één van de locaties toe waar ik graag fotografeer. Het Speulderbos is echt een heerlijk bos om in te dwalen en verdwalen.
Eén van die prachtige plekjes is een stukje waar de Lelietjes-van-Dalen groeien en al in bloei stonden. Het tapijt van groene plantjes met de kenmerkende witte hangende klokjes gaf een prachtig beeld van de lente. De lichtgroene kleuren en met mos begroeide omgevallen boom gaven bijna een tropisch regenwoud-gevoel.
Wat altijd mee gaat….
….zijn een paar filters die altijd in mijn rugzak zitten wanneer ik naar een bos ga.
Het eerste filter is een verloopfilter. Wanneer je door het bos loopt zul je zien, wanneer je omhoog kijkt, dat door het bladerdak vaak veel licht valt, zeker als het en dag met zon is. De omstandigheden maken dan dat je een (te) groot contrast hebt. Een camera kan meestal 5 tot 6 stops contrastverschil aan, sommige camera’s met een goede sensor ondertussen al 8 tot 10 stops. maar onze ogen kunnen zeker 14 stops contrastverschil aan!!
Dat betekent eigenlijk dat je ogen het contrastverschil in het bos nauwelijks waarnemen omdat je ogen dat corrigeren. Je gaat hooguit wat meer knijpen met je ogen wanneer je in het licht door de bladeren kijkt.
Maar maak je met camera een foto en zie je deze daarna op de computer, dan kun je zien dat je camera dit niet corrigeert. Het gevolg is dan dat de lichte delen in de toppen van de bomen uitgebeten zijn wanneer je je belichting in het bos juist hebt. Omgekeerd: heb je de kruinen goed belicht, dan is het bos te donker.
Een verloopfilter heb je in verschillende sterktes en met verschillende overgangen, van zacht tot hard. Daarmee kun je het contrast tussen licht en donker terugbrengen zodat je je foto goed kunt belichten.
Het tweede filter wat vaak gebruikt wordt, is het polarisatiefilter. Vaak wordt dit filter gebruikt om de blauwe lucht te verdonkeren en de witte wolken er nog meer uit te laten springen. Maar ook in het bos kan dit filter vaak goed werk doen doordat het kleuren intensiveert. Zeker op een regenachtige dag, zoals in mijn verhaal, is dit een zeer bruikbaar filter.